Elk jaar opnieuw blijkt: de GSV en de studie gaan goed samen. Een vaak genoemde reden om niet (of pas in het tweede studiejaar) lid te worden van een studentenvereniging is de veronderstelling dat een vereniging de studie negatief beïnvloedt. Maar wat hier vergeten wordt is het feit dat een vereniging bestaat uit studenten die allemaal moeten studeren. Hierdoor is de GSV namelijk niet alleen een plek om gave feestjes en activiteiten mee te pakken, maar ook een plek om samen te studeren of elkaar te helpen met de studie. De zinspreuk van de GSV is niet voor niets: 'Elkaar steunen in het dienen van de Heer, met name in de studie'.
Pa-/ma-systeem
Om elkaar te helpen in de studie bestaat het volgende systeem binnen de vereniging. Dit systeem bestaat al zo lang als de GSV bestaat en het werkt als volgt: direct aan het begin van je eerste GSV-jaar kies je iemand uit de vereniging die dezelfde studie doet als jij en ten minste één jaar eerder lid is geworden. Dit wordt jouw GSV-vader of -moeder. Met hem of haar spreek je af en toe af om samen te eten of te studeren. Je kunt samenvattingen en studieboeken lenen en daarnaast kun je bij je ouder terecht met vragen over de vereniging of studie. Vooral het lenen van elkaars boeken is handig: dit kan honderden euro's per jaar schelen je hoeft niet meer in één pakket alle boeken te kopen. Hoe vaak je afspreekt en hoeveel gebruikt je ervan maakt is volledig aan jou. Iedere GSV'er heeft een GSV-vader of -moeder. In een grote stamboom in de archieven van de GSV is te zien hoe iedere familie en elke persoon afstamt van één van de twaalf oprichters van de GSV.
